Joy, dat is niet onverdeeld fijn. Het is het rauwe dat pas kan ontstaan wanneer er diepte is, in tijd, gebeurtenissen, pijn. Het is meer dan het makkelijke waaraan we vaak denken als we denken aan fijn.
Ik wilde dit heel graag terugzien op de kalender. De donkere ondergrond van fijn, maar het is geen gemakkelijke vraag. Het eerste waar de meeste mensen aan denken is de poes aaien, de kinderen zien spelen.
Toch zit ook daar soms dat duistere achter. De poes aaien vertelt nog niet het verhaal van de topprestatie die vanmorgen is geleverd toen er uit bed werd gekomen. Koffie gezet. Een kleine boterham gegeten. De kracht die er nodig was om boodschappen te doen. Thuis te komen. De poes te aaien.
Of de lange lange weg die nodig was om deze kinderen te kunnen zien spelen. De ziekenhuisbezoeken om ze te krijgen, de dokters die daarna kwamen. De longen die niet goed werkten en nu, deze kinderen zien spelen.
Ik wil dat óók zien, dat waarom het fijn is, in het bijzonder als het minder positief is, waardoor het vaker moet worden verzwegen of vermeden.
In mijn eigen onderzoek naar fijn las ik een aantal boeken en artikelen die me een voorzet gaven om deze gedachten te formuleren. Een daarvan was het volgende. Een andere “The Book of Delights” van Ross Gaye.