In 2020 maakte ik “Het Mag van Kerst”. Het was een tijdschrift waarin iedereen diens kerstgedachte kwijt kon, voor al die mensen die we wel wilden, maar door de pandemie niet konden bezoeken.
Iedereen moest iets bij me inleveren en ik zou het printen en verspreiden.
Het drong pas laat tot me door dat ik gewoon weer een soort scheurkalender aan maken was, maar nu in een iets andere vorm.
Ik had er weer zin in blijkbaar.
Ik ben gaan nadenken over hoe ik het dit keer wilde doen. Ik wilde mensen meer tijd geven om erover na te denken wat ze wilden inleveren. En ik wilde minder kalenders met de hand maken, want daarvan werd ik een beetje loco – zelfs al vind ik het heel leuk om het zelf te printen – dat was een verwarrende kronkel.
De afgelopen kalenders hadden een thema (“ik snap het niet” en “lucht”) dat wilde ik nu weer. Het helpt om het diverse werk bij elkaar te knopen.
Het zoeken naar zo’n thema is altijd een beetje voelen. Wat resoneert?
(verhaal verder onder de foto)
De tekst hierboven spookte door mijn hoofd.
Het is een poster van een bijdrage van Heleen aan Het Mag van kerst. Ik kreeg de tekst van Heleen via haar nieuwsbrief en ik wist meteen: dit wil ik. Ik vroeg haar of de tekst in Het Mag mocht. Ik maakte voor de expositie/fietsroute van Het Mag een poster van de tekst. Weken hing die voor mijn raam en vaak begonnen mensen over een ding dat Heleen opgeschreven had. Dit, zeiden ze, precies dit herken ik. En ze straalden.
Bezig zijn met fijne dingen, dat roept fijne dingen op. Bij lezers én schrijvers en bij makers van kalenders. Dus dat moest het thema zijn: fijn.
Bijdragers mogen er nog tot 15 augustus over nadenken: wat is fijn en hoe zet ik dat op een A6’je.